FAQ

Vraag & Antwoord – Salderingsregeling

Meest gestelde vragen

Dankzij de salderingsregeling is het heel gunstig om stroom te leveren, want je mag die stroom wegstrepen (salderen) tegen de stroom die je afneemt van het energiebedrijf. Tegen hetzelfde tarief! Voor elke kilowattuur die je teruglevert, krijg je dus hetzelfde tarief als wat je voor een kilowattuur aan het energiebedrijf betaalt.

Maar hier zit wel een maximum aan: als je jaarlijks meer stroom teruglevert dan afneemt, dan krijg je een lagere vergoeding voor het ’teveel’ dat je produceert. Deze teruglever-vergoeding verschilt per energiebedrijf. Milieu Centraal gaat uit van 9 cent per kWh.

Een voorbeeld: je neemt jaarlijks 2.000 kWh stroom af van het elektriciteitsnet en je levert 2.500 kWh terug (via je zonnepanelen). Stel dat jouw stroomprijs 40 cent per kWh is. Dan betaalt het energiebedrijf jou dus 40 cent per kWh voor 2.000 kWh teruggeleverde stroom. Voor de overige 500 kWh die je aan het net levert, mag het energiebedrijf een lager tarief betalen, bijvoorbeeld 9 cent.

Toelichting bij de afbeelding

In 2024 kun je alle stroom die je aan het net levert nog salderen. Door de hoge stroomprijs is dat heel gunstig.

Vanaf 2025 wordt het deel dat je kunt salderen steeds kleiner. Vanaf 2031 kun je niets meer salderen en krijg je alleen nog het teruglevertarief.

Wat je ziet is dat het gunstig is om een zo groot mogelijk deel van je opgewekte stroom zelf te gebruiken. Voor elke kWh die je zelf gebruikt, spaar je 25 cent uit (dit is de lange termijn stroomprijs). Voor elke kWh die je ongesaldeerd teruglevert, krijg je 9 cent.

Een slimme investering

Na ongeveer 8 jaar heb je deze 10 zonnepanelen terugverdiend. De winst na 25 jaar kan je vergelijken met een spaarrente van 5 procent. Ook zonder salderingsregeling is het dus aantrekkelijk om zonnepanelen op je dak te leggen. En ook nog eens duurzaam, want je bespaart met jouw panelen 1.000 kilo CO2-uitstoot per jaar.

Uitgangspunten berekening:

  • 10 zonnepanelen die op het zuiden liggen.
  • Kosten: € 7.500, zonder btw (die betaal je vanaf 2023 niet meer).
  • Levensduur: 25 jaar. In die 25 jaar leveren ze € 26.000 op. Een deel daarvan is de besparing op stroom die je anders van het energiebedrijf zou afnemen. De rest is de vergoeding die je krijgt voor de stroom die je aan het elektriciteitsnet levert.
  • Gemiddelde besparing per jaar: € 1.000. In werkelijkheid bespaar je de eerste jaren meer (het eerste jaar € 1.500) en de laatste jaren minder (het laatste jaar € 750). Dat komt door 2 dingen:
    1. Tot 2031 mag je nog stroom salderen: dat is gunstig. Vanaf 2025 wordt het salderen wel afgebouwd. Vanaf 2031 kun je niets meer salderen.
    2. Je zonnepanelen wekken elk jaar iets minder stroom op doordat ze ouder worden.
  • De totale opbrengst kun je vergelijken met een spaarrente van 5 procent. Dat zit zo: Stel dat je een bedrag van € 7.500 op een spaarrekening zet en dat je 5 procent rente krijgt. Dan staat er na 25 jaar € 26.000 op je spaarrekening.

Overige uitgangspunten bij de berekening:

  • Na ongeveer 12 jaar moet je de omvormer vervangen. Deze kosten zijn meegenomen in de berekening.
  • De zonnepanelen brengen elk jaar 0,5% minder stroom op.
  • Stroomprijs in 2023: 40 cent per kWh (voor de eerste 2.900 kWh, prijsplafond), 70 cent voor alles daarboven; in 2024: 50 cent per kWh; in 2025: 30 cent per kWh; in 2030: 25 cent per kWh.
  • Stroomprijs voor stroom die je niet kunt salderen: 9 cent per kWh.
  • We gaan uit van een stroomverbruik van 3.300 kWh per jaar in een middelgrote tussenwoning met 2 of meer personen.
  • Ongeveer 30 procent van de opgewekte stroom gebruik je zelf.
  • We gaan uit van de prijs van zonnepanelen in december 2022. Milieu Centraal heeft die vastgesteld na een marktonderzoek.
  • Bij de CO2-besparing gaan we uit van de grijsgroene stroommix van 2019. In de besparing is meegerekend dat er CO2 vrijkomt bij de productie van zonnepanelen; deze productie-CO2 is verrekend met de CO2-besparing door de stroom die de panelen opwekken.